“Werkgelegenheid groeit op alle fronten," juicht het Centraal Bureau voor de Statistiek. Of het nu gaat om werknemers met een vaste baan, flexwerkers of zelfstandigen, alle partijen op de arbeidsmarkt droegen in het eerste kwartaal van 2007 bij aan de economische voorspoed. In volle harmonie stroopt heel werkend Nederland de mouwen op, en bouwt aan een nog welvarender land.

Of toch niet? De cijfers geven in werkelijkheid een veel minder evenwichtig beeld. Dat de werkgelegenheid groeit, komt vooral door flexwerkers en zelfstandigen. Werknemers met een vast contract blijven ver achter. Vergeleken met begin 2006 groeide het aantal Nederlanders met een vaste baan met slechts één procent. Bij een economische groei van 2,5 procent valt dat behoorlijk tegen. Het aantal flexwerkers en zelfstandigen nam met negen procent toe. Dit is geen ‘groeien op alle fronten’. Dit is een arbeidsmarkt die zich met veel pijn en moeite probeert te ontworstelen aan het achterhaalde idee van de vaste baan als hoogste ideaal voor iedereen.

De Nederlandse regels en instituten zijn nog altijd afgestemd op de norm van een vast contract voor onbepaalde tijd. Wie als flexibele, zelfstandige Nederlander even niet oppast, belandt zonder het te willen in een vaste arbeidsrelatie. Drie jaar flexibel werken bij dezelfde werkgever en de enige keuze die de wet laat is: een vast contract tekenen of ophoepelen. Een paar euro teveel verdiend bij dezelfde opdrachtgever, en de zelfstandige wordt automatisch beschouwd als een werknemer. Belastingdienst en uitkeringsinstanties persen iedere Nederlander uiteindelijk het liefst in het keurslijf van het vaste contract.

De vakbonden gaan nog een stap verder. Zij willen kleine zelfstandigen dwingen zich als werknemer te gedragen. Vorig jaar pleitte toenmalig FNV-vice-voorzitter Ton Heerts (nu Kamerlid voor de PvdA) ervoor om in cao’s voortaan minimumtarieven voor kleine zelfstandigen af te spreken. Dan kunnen die rare vrijbuiters tenminste niet concurreren met gewone werknemers (lees: FNV-leden), redeneerde Heerts.

De CNV vindt dat zelfstandigen zich moeten conformeren aan de ARBO-regels voor werknemers. Een thuiswerkende, zelfstandige consultant mag zijn laptop niet op de keukentafel zetten, maar moet zich een ARBO-goedgekeurd bureau en dito kantoorstoel laten aanmeten. En een zelfstandig werkende timmerman die graag tot laat doorklust, moet zich aan de werktijdenwet gaan houden. “De zelfstandige heeft recht op dezelfde bescherming als een werknemer," schrijft de vakbond hypocriet. Als beschermen van de eigen baas tegen zichzelf ook een vakbondstaak wordt, is de socialistische heilstaat wel erg dichtbij gekomen.

Gelukkig is het een bij voorbaat verloren gevecht. Ondanks de druk om toch vooral een vast contract te tekenen, is de Nederlandse arbeidsmarkt de afgelopen jaren een andere weg ingeslagen. Dat blijkt het duidelijkst als je de huidige arbeidsmarkt vergelijkt met die van vijf jaar geleden. Ten opzichte van 2002 zijn er nu bijna twee procent minder mensen met een vaste baan. Het aantal flexwerkers steeg met bijna dertig procent. Het aantal zelfstandigen nam met een kwart toe. De arbeidsmarkt flexibiliseert in snel tempo. De draai is gemaakt. Nu moeten alleen overheid en vakbonden dat nog doorkrijgen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl